OK DIVERS

Duiken voor iedereen

 

Statuten  DUIKVERENIGING OK DIVERS

Artikel  1. Naam en Zetel

1.       De vereniging draagt de naam: DUIKVERENIGING OK DIVERS

2.       De vereniging heeft haar zetel in de gemeente Overbetuwe.

Artikel  2.  Doel

1.       De vereniging heeft ten doel de onderwatersport te beoefenen en beoefening van deze sport in de ruimste zin te stimuleren, plezier stellen wij daarbij voorop alsmede het toegankelijk maken van de duiksport voor iedereen.

2.       Zij tracht dit doel te bereiken door:

a.       Het geven van leiding bij oefeningen en het stimuleren van de ontwikkeling van de leden met betrekking tot de onderwatersport.

b.      Het beschikbaar krijgen van oefengebied ter verwezenlijking van het doel.

c.       Het onderhouden van betrekkingen met de overheid en andere instellingen in binnen- en buitenland ter behartiging van de belangen  van de onderwatersport in het algemeen en van de vereniging in het bijzonder.

d.      Het maken van propaganda voor de onderwatersport onder andere door het uitgeven en verspreiden van daartoe geschikte lectuur/nieuwsbrief.

e.      Het organiseren van weekends/vakantie’s/activiteiten/junior-snorkelen/junior-duiken/volwassen conditietrainingen/cursussen (opleiding c.q. vervolg) met en zonder beperking.

f.        Alle andere wettige middelen.

Artikel  3.  Duur

1.       De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.

2.       Het verenigingsjaar start  1 mei en loopt door tot en met 30 april van het volgend jaar.

Artikel  4.  Leden

1.       De vereniging kent gewone leden, ereleden, begunstigende leden en aspirant-leden. Waar in deze statuten wordt gesproken van leden of lid wordt/worden daaronder verstaan zowel de gewone leden, de ereleden als de aspirant-leden, tenzij het tegendeel blijkt.

2.       Gewone leden zijn zij, die aansluitend lid zijn geworden, alsmede die elders gebrevetteerd zijn.

3.       Ereleden zijn zij, die wegens hun buitengewone verdiensten jegens de vereniging of in het kader van de doelstelling der vereniging, door de algemene vergadering daartoe zijn benoemd.

4.       Begunstigde leden zijn zij, die zich jegens de vereniging verbinden tot het storten van een jaarlijkse contributie zoals jaarlijks vast te stellen door de algemene ledenvergadering en die als zodanig door het bestuur zijn toegelaten.

5.       Aspirant-leden zijn zij, die bij de vereniging de opleiding volgen tot aan het behalen van het eerste brevet.  

Artikel  5. Lidmaatschap

1.       Als aspirant-lid kan men worden toegelaten door zich in te schrijven voor een cursus. Minderjarigen hebben voor toelating de schriftelijke toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger nodig.

2.       Als gewoon lid kan men worden toegelaten na het verstrijken van de in artikel 4 lid 5 vermelde termijn. Het bestuur beslist over de toelating tot aspirant-lid en gewoon lid. Het bestuur behoudt zich het recht voor toetreding te weigeren, indien vast staat of aannemelijk is dat toetreding van het aspirant lid de belangen der vereniging schaadt. Bij niet toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.

3.       Ereleden worden op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering benoemd.

4.       Begunstigend lid kan men worden door schriftelijke aanmelding bij het bestuur, dat over de toelating beslist. In de aanmelding moet het bedrag van de jaarlijkse contributie worden medegedeeld.

5.        Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet overdraagbaar noch vatbaar om door erfopvolging te worden verkregen.

6.       Door toetreding verklaart ieder lid zich te onderwerpen aan de bepalingen van de statuten en het huishoudelijk reglement.

Artikel  6.  Schorsing

Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen voor een periode van ten hoogste een maand, in geval het lid bij herhaling in strijd handelt met zijn lidmaatschapsverplichtingen of door handelingen of gedragingen het belang van de vereniging in ernstige mate heeft geschaad. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.

Artikel  7.  Beëindigen

1.       Het lidmaatschap eindigt:

a.       Door overlijden van het lid. Is een rechtspersoon lid van de vereniging, dan eindigt haar lidmaatschap wanneer zij ophoudt te bestaan.

b.      Door opzegging van het lid.

c.       Door opzegging namens de vereniging.

d.      Door ontzetting.

2.       Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden met inachtneming van een opzegtermijn van een maand. Zij geschiedt door een schriftelijke kennisgeving, welke tijdig in het bezit van de secretaris moet zijn. Deze is verplicht de ontvangst binnen acht dagen schriftelijk te bevestigen. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaats gehad loopt het lidmaatschap door tot  het eerstvolgende tijdstip, waarop, met inachtneming van voormelde opzegtermijn, opzegging kan geschieden, tenzij het bestuur anders besluit of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

3.       Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan geschieden door het bestuur met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste een maand, wanneer het lid, na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand, bij een achterstand van ten hoogste drie maanden niet ten volle aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan alsmede wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten welke te eniger tijd

4.       door de statuten voor het lidmaatschap gesteld mochten worden. De opzegging door het bestuur kan onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van de reden(en).

5.       Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglement of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat  het betrokken lid ten spoedigste van het besluit met opgave van reden(en), in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het besluit der algemene vergadering tot ontzetting zal moeten worden genomen met tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen.

6.       Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar, ongeacht de reden of oorzaak, eindigt, blijft desniettemin de bijdrage voor een maand door het lid verschuldigd, tenzij bestuur anders besluit.

7.       In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin van artikel 36 lid 3 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek kan een lid zich door opzegging van zijn lidmaatschap niet onttrekken aan een besluit krachtens hetwelk de verplichtingen van geldelijke aard van de leden worden verzwaard, behoudens uiteraard het in lid 2 van dit artikel bepaalde.

Artikel  8.  Geldmiddelen

1.       De Geldmiddelen der vereniging bestaan uit de contributie van de gewone en de begunstigde leden,  eventuele verkrijging ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen en tenslotte uit eventuele andere toevallige baten.

2.       Ieder gewoon lid betaalt een contributie waarvan het bedrag jaarlijks door de algemene ledenvergadering tijdens de jaarvergadering wordt vastgesteld.

3.       De algemene vergadering kan bepalen dat aspirant-leden een  entreegeld moeten betalen, waarvan het bedrag door haar jaarlijks wordt vastgesteld.

4.       Wanneer er meerdere gezinsleden lid van de vereniging zijn blijft de contributie, maximaal  2 keer  de contributie van het lidmaatschap per lid. De zogeheten gezinskorting, de gezinsleden moeten wel aan een adres  verbonden zijn.

Artikel   9.  Bestuur en Commissie

1.       Het bestuur bestaat uit tenminste drie personen, te weten een:

a.       Voorzitter

b.      Secretaris

c.       Penningmeester  

Het kan voorts nog tellen een:

d.      3 bestuursleden

Vice-voorzitter

Het aantal bestuurders wordt vastgesteld door de algemene vergadering.

2.       De bestuurders worden door de algemene vergadering uit de leden der vereniging benoemd. Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan. De voorzitter wordt steeds als zodanig door de algemene vergadering benoemd. Een bestuurslid dient tevens deel uit te maken van het duikteam, tevens dien een  bestuurslid te beschikken over een instructeurslicencie en deel uit te maken van de staf.

3.       De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid vereist van tenminste tweederde der geldig uitgebrachte stemmen. Schorsing van een bestuurder, die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door ontslag, eindigt door verloop van die termijn. Schorsing van een bestuurder als lid van de vereniging houdt tevens in het einde van het bestuurslidmaatschap.

4.       De bestuurders zijn bevoegd te allen tijde zelf hun ontslag te nemen.

5.       Jaarlijks treden een of meer bestuursleden af volgens een door het bestuur bij huishoudelijk reglement op te maken rooster. De aftredende is terstond herkiesbaar.

6.       Het bestuur blijft wettig samengesteld, ook indien er vacatures zijn.

7.       In geval van tussentijdse vacatures kan het bestuur waarnemende bestuursleden benoemen voor de tijd van het lopende verenigingsjaar.

8.       Nieuwbenoemde bestuurders aanvaarden hun functie  terstond en nemen op het moment van aftreden de plaats van hun  voorgangers in. De algemene vergadering kan voor de aanvaarding echter een ander tijdstip vaststellen. Bij tussentijds aftreden van de penningmeester dient het bestuur een commissie als omschreven in artikel 11 lid 2 uit te nodigen de rekening en verantwoording betreffende het beleid van de aftredende penningmeester te onderzoeken, alvorens de nieuwe penningmeester zijn functie aanvaardt.

Artikel  10.  Taakomschrijving

1.       Het bestuur is belast met het besturen der vereniging. Het bestuur vergadert tenminste een maal in de drie maanden. Alle bestuurders gezamenlijk en/of  de voorzitter en de secretaris gezamenlijk zijn bevoegd de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen.

2.       Voor het beschikken over bank- en girosaldi is de handtekening van de penningmeester voldoende.

3.       Voor het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, alsmede voor het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt behoeft het bestuur de goedkeuring van de algemene vergadering.

4.       Het bestuur heeft de bevoegdheid commissies te stichten, welke commissies optreden onder de verantwoordelijkheid van het bestuur en enkele van zijn bevoegdheden over te dragen aan het bestuur van deze commissie.

Artikel  11. Algemene Vergadering

1.       Binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar wordt een algemene vergadering (jaar-vergadering) gehouden. Het bestuur brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording van zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur.

2.       De algemene vergadering benoemt jaarlijks, doch uiterlijk dertig dagen voor de jaarvergadering, een commissie van tenminste twee leden, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur, tot onderzoek van de rekening en verantwoording over het lopende casu quo laatst verstreken boekjaar. De commissie brengt ter jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen. Vereist het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis dan kan de commissie zich door een deskundige doen bijstaan.

3.       Het bestuur is verplicht aan deze commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden der vereniging te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven.

4.       Vaststelling zonder voorbehoud van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen, die zij blijkens de boeken in het afgelopen jaar heeft verricht, behoudens de wettelijke beperkingen.

5.       Indien de goedkeuring van de rekening en verantwoording wordt geweigerd, benoemt de algemene vergadering een andere commissie bestaande uit tenminste drie leden, welke een nieuw onderzoek doet van de rekening en verantwoording. Deze commissie heeft dezelfde bevoegdheden als de eerder benoemde commissie. Binnen een maand na de benoeming brengt zij aan de algemene vergadering verslag uit van haar bevindingen. Wordt ook dan de goedkeuring geweigerd dan neemt de algemene vergadering al die maatregelen welke door haar in het belang van de vereniging nodig geacht worden.

Artikel 12.

1.       De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van drie weken. De bijeenroeping geschiedt door een aan alle leden zo mogelijk te zenden agenda en voorts door plaatsing van de agenda bij de secretaris en in het verenigingsgebouw.

2.       Behalve de in artikel 11 bedoelde jaarvergadering zullen algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk acht, alsmede zo dikwijls zulks schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte der stemmen in de algemene vergadering, indien daarin alle leden tegenwoordig of vertegenwoordig zijn.

3.       Na ontvangst van een verzoek als in lid 2 bedoeld in het bestuur verplicht tot bijeenroeping ener algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door het bestuur werd ontvangen, geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept.

Artikel  13.

1.       Alle leden –zie artikel 4 lid 1- hebben toegang tot de algemene vergadering en hebben daar ieder één stem. Ieder lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid.

2.       Een lid heeft geen stemrecht over zaken, die hem, zijn echtgenoot of een van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn betreffen.

3.       Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. Een dergelijk besluit wordt door de secretaris aangetekend in het notulenboek, terwijl melding wordt gemaakt tijdens de eerste algemene ledenvergadering.

4.       Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter.

5.       Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen, voor zover de statuten niet anders bepalen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel te zijn verworpen. Bij stemming over personen is hij gekozen, die de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen, die het grootste aantal der uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij gekozen, die bij die tweede stemming de meerderheid der uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken beslist het lot. Onder stemmen worden in dit artikel verstaan geldig uitgebrachte stemmen, zodat niet in aanmerking komen blanco en met de naam van het stemmend lid ondertekende stemmen.

6.       Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel  dat een besluit is genomen, is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid der vergadering of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.

Artikel  14.

1.       De voorzitter van het bestuur leidt de vergadering. Bij zijn afwezigheid of ontstentenis zal een der andere bestuursleden als leider der vergadering optreden.

2.       Van het ter algemene vergadering verhandelde worden door de secretaris of door de voorzitter aangewezen lid der vereniging notulen gehouden.

Artikel  15  statutenwijziging.

1.       Wijziging van de statuten kan slechts plaats hebben na een besluit der algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet tenminste drie weken bedragen.

2.       Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste  vijf dagen voor de dag der vergadering  een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging(en) woordelijk is (zijn) opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage liggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden.

3.       Tot wijziging van de statuten kan slechts worden besloten door een algemene vergadering waar ten minste twee/derde van het totaal aantalleden der vereniging aanwezig of vertegenwoordigd is, met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel  16.

 In artikel 15 bepaalde is niet van toepassing indien ter algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.

Artikel   17.

De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neder te leggen ten kantoren van de Kamer van Koophandel binnen welke gebied de vereniging haar woonplaats (zetel) heeft.

Artikel  18.

Een bepaling deze statuten, welke de bevoegdheid tot wijziging van een of meer andere bepalingen beperkt, kan slechts worden gewijzigd met inachtneming van gelijke beperking.

Artikel  19  Ontbinding en vereffening.

1.       Behoudens het bepaalde in artikel 50 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt de vereniging ontbonden door een besluit daartoe van de algemene vergadering genomen met ten minste twee/derden van het aantal geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie/vierde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.

2.       Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden tot ontbinding worden besloten op een volgende, ten minste acht dagen doch uiterlijk 30 dagen na de eerste, te houden vergadering, met een meerderheid van twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.

3.       Bij de oproeping tot de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde vergaderingen moet worden medegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn voor oproeping tot zodanige vergaderingen moet ten minste veertien dagen bedragen.

4.       Indien een besluit tot ontbinding te dien aanzien geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur.

5.       Een eventueel batig saldo zal worden aangewend voor door de algemene vergadering te bepalen zodanige doeleinden als meest met het doel der vereniging overeenstemmen.

6.       Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en de reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd te woorden liquidatie.

Artikel  20 Huishoudelijk reglement,

1.       De algemene vergadering kan bij huishoudelijk reglement nadere regels geven omtrent het lidmaatschap, de introductie, het bedrag der contributie’s, de werkzaamheden van het bestuur, de vergaderingen, de wijze van het uitoefenen van het stemrecht, het beheer en gebruik van de ruimte der verenging en verdere onderwerpen, waarvan de regeling haar gewenst voorkomt.

2.       Wijziging van het huishoudelijk reglement kan geschieden bij besluit van de algemene vergadering op voorstel van het bestuur of indien dit schriftelijk wordt verzocht door ten minste een derde gedeelte van de leden der vereniging.

3.       Bepalingen in het huishoudelijk reglement in strijd met de wet of de staturen zijn nietig.